Bron: Nieuwsbrief CBRB 2016-19
Begin dit jaar werd de sector geconfronteerd met het feit dat schepen in Duitsland “Mängelberichten” ontvingen omdat op de vlamkerende roosters van zowel kofferdammen als de ontspaninrichting geen markering aanwezig was. Door het ontbreken van deze markering kon niet worden aangetoond dat deze vlamkerende inrichtingen door de bevoegde autoriteit voor het beoogde doel zouden zijn goedgekeurd in lijn met ADN 9.3.2 en 9.3.3.-12.7. Conform de “Mängelberichten” zou een schip binnen 4 weken moeten aantonen dat het schip beschikt over de juiste vlamkerende roosters anders zou het worden beboet.
Om deze reden heeft het CBRB met BLN en KBV een brief geschreven aan het hoofd van de Wasserschutzpolizei in Duisburg, ondersteund door een brief van Klassebureau Lloyd’s Register. Stellingname was dat schepen die een Certificaat van Goedkeuring hebben aan de constructie eisen van het ADN voldoen. De brief is verder verspreid aan de leden van de brancheverenigingen. In Duitsland is besloten om te stoppen met het uitgeven van boetes en handhaving totdat het onderwerp is besproken in de augustuszitting van het ADN Safety Committee.
Er is in Géneve besloten dat er terecht een systeemfout ontdekt is en om deze reden moet dit z.s.m. worden rechtgezet. EBU/ESO hebben gepleit voor een overgangstermijn zodat scheepseigenaren kunnen uitzoeken welk type vlamkerende roosters zich op kofferdamontluchtingen en ontspaninrichtingen van de schepen bevinden en deze eventueel kunnen laten vervangen indien niet te achterhalen is welk type dit is, of als blijkt dat het een ongeschikt type is.
Er is besloten dat door Nederland een Multilaterale Overeenkomst zal worden opgesteld, waarbij enige tijd wordt gegeven aan scheepseigenaren om deze type vlamkerende roosters in orde te brengen. Schepen met niet gemerkte vlamkerende inrichtingen op kofferdammen en ontspaninrichtingen krijgen een overgangstermijn tot 31-12-2016 om deze om te wisselen voor vlamkerende inrichtingen van een goedgekeurd type singulair medication.
Wij raden u aan contact op te nemen met leveranciers en Klasse bureau om gezamenlijk te onderzoeken hoe de aanpassing het beste kan worden uitgevoerd.
Typekeur vlamkerende roosters ladingtanks
Ook de vlamkerende roosters van ladingtanks moeten van een typegoedkeur zijn voorzien en dit blijkt niet altijd het geval. In Géneve is besloten dat schepen met niet-gemerkte vlamkerende inrichtingen die zich in de ladingtanks / dampretourinrichtingen bevinden een overgangstermijn krijgen middels een Multilaterale Overeenkomst, tot eind 2017. Dit geldt niet voor schepen gebouwd vóór 1995, want deze hebben al een ontheffing op basis van het bouwjaar (bestaande overgangsbepaling).
Gemarkeerde vlamkerende roosters ladingtanks IIB-3 en impact stoffenlijst
Voor de vlamkerende roosters van de ladingtanks/gasafvoerleidingen wordt per stof in Tabel C voorgeschreven welke type minimaal noodzakelijk zijn. Duitsland heeft een voorstel ingediend waarbij er als wijziging voor ADN-2017 subgroepen toegekend zijn binnen explosiegroep “IIB”; subgroep IIB-1, IIB-2 , IIB-3 en IIB.
Dit betekende dat per 1-1-2017 meer dan 150 stoffen van de stoffenlijsten van bestaande schepen zouden verdwijnen, omdat schepen niet aan deze eisen voldoen, immers er is momenteel nog geen schip dat IIB-roosters heeft (ook al staat dit wel vermeld als Explosiegroep, op het Certificaat van Goedkeuring).
CBRB en BLN hebben in het voortraject intensief onderzoek uitgevoerd en samen met een oliemaatschappij gesproken, waarna enkele stoffen, waarvan in Géneve de samenstelling onbekend was, zijn getest. Hieruit bleek ook dat “IIB” voor veel stoffen niet noodzakelijk zijn.
Middels het document INF.21 dat door EBU/ESO is ingediend, zijn foutjes in de systematiek bewezen en kritische vragen gesteld. Ook is aangegeven dat niet naar de markt is gekeken en onderschat is hoeveel stoffen er onder beslissingsdiagramposities van ADN 3.2 Tabel C worden vervoerd. Hierdoor is 2 jaar uitstel verkregen tot het toekennen van deze subgroepen. In deze periode zal EBU/ESO proberen in de Internationale Werkgroep Stoffen, met de olie-industrie en ATEX en stofexperts, om tot een praktische benadering van het invullen van deze subgroepen te komen. Hierdoor proberen we te bereiken dat het voor het grootste gedeelte van de tankvaartmarkt niet noodzakelijk zal hoeven te zijn om de bestaande vlamkerende roosters van de ladingtanks (IIB-3) te vervangen voor roosters met kleinere spleetwijdten (IIB).
Explosieveiligheid- Zoneconcept uitgesteld tot 2019
Duitsland heeft een voorstel ingediend waarvan de verwachting was dat in het ADN-2017 zou zijn opgenomen. De rode draad van de wijzigingen is dat er niet alleen gekeken wordt naar welke gevaarlijke stof het schip vervoert, maar ook naar het schip zelf als mogelijke “ontstekingsbron” hetgeen grote impact heeft op het gehele ADN. Met name de constructievoorschriften voor tankschepen én voor droge ladingschepen ondergaan een forse wijziging okeco81. Vanwege het ontbreken van de volledige Franse vertaling is deze wijziging doorgeschoven naar het ADN-2019. Op de themabijeenkomst op 22 september zal dit wel aan de orde komen.
Stookolie- aansluiten gasterugvoerleiding
Conform ADN 7.2.4.25.5. moet een stof die in een gesloten schip moet worden geladen, tijdens de belading zijn aangesloten aan een gasterugvoerleiding (gasretour, afvoer naar de wal). Er is een bestaande Multilaterale Overeenkomst voor de plicht tot het aansluiten van een gasterugvoerleiding voor stookolie (MO-005). Deze zal worden aangepast en met 5 jaar worden verlengd zodat uiteindelijk iedere installatie waar stookolie wordt geladen, de dampen terug zal nemen. Als sector hadden wij graag een kortere periode gezien, echter dit is besloten. De Nederlandse overheid heeft aangegeven vinger aan de pols te houden bij het verladende bedrijfsleven.